Acupunctuur bestaat al duizenden jaren en is hoofdzakelijk ontwikkeld in China. In de tweede eeuw voor Christus wordt in “Notities der historici” de eerste schriftelijke vermelding gemaakt van acupunctuur met stenen naalden, bamboe- en botsplinters. Daarvoor zijn echter al beeldjes gevonden waarbij er lijnen op het lichaam aangebracht zijn die wij nu herkennen als acupunctuur meridianen. Ook zijn er een hele serie acupunctuur punten als tatoeages bevonden op een goed geconserveerd lijk uit de ijstijd. Dit lijk is de ijsman Otzi genoemd.
In de afbeelding is te zien dat het lever 8 punt getaoteerd is op de mediale zijde van de knie. Dit punt is goed om te steken biuj buikklachten en Otzi had duidelijk last van veel ingewandsparasieten. In de gedetailleerde afbeelding is een voorbeeld van een tatoeage gegeven.
Verder hebben archeologen in Chinese graftombes stenen naalden aangetroffen die al 4000 tot 6000 jaar oud waren.
Het belangrijkste historisch boek, dat rond 200 voor Christus is geschreven, is de ‘Nei Ching’: het boek van de "Gele Keizer" Huang Ti (2674-2575 v.Chr.). Dit is een dialoog tussen de keizer en de minister van gezondheid, Chi Po. De Gele Keizer is hoogst waarschijnlijk een historische samenvoeging van diverse Taoistische meesters, en geen bestaande persoon. Een soort epische verdichting dus.
In
het eerste deel wordt systematisch de gehele Chinese medische kennis van die
tijd beschreven, in het tweede deel worden de meridianen, acupunctuurpunten
en de toepassingen van dit systeem bij ziekten en kwalen al zeer gedetailleerd
uitgelegd. heeft veel bijgedragen tot het inventariseren en vastleggen van die
kennis.
De Nederlanders kwamen als eerste westerlingen in aanraking met de acupunctuur, omdat de Verenigde Oost-Indische Compagnie vanaf 1641 al met Japan handelde. In de zeventiende eeuw gaf de Nederlandse chirurg Willem ten Rhijne, werkend bij de V.O.C., een uitvoerig verslag van de klinische werking van ‘de naaldenprik’ en noemde dat acupunctuur. In 1683 promoveerde hij op zijn ‘Dissertatio de Arthritide’ waarin pijnsyndromen van spieren en ingewanden werden beschreven. De anatomische locatie van de acupunctuurpunten, welke met elkaar verbonden waren door lijnen: meridianen werd door hem voor de westerse wereld bekend gemaakt. De acupunctuur werd in de volgende eeuwen uitvoerig beschreven en gepraktiseerd in Europa. Een Nederlandse fabrikant vervaardigde volgens overleveringen al vóór 1800 acupunctuurnaalden voor Japanse afnemers.
Omstreeks 1820 kende de acupunctuur een bloeiperiode in Frankrijk, maar dit leidde niet tot een Europese doorbraak. Er waren in de negentiende eeuw wel enkele vooraanstaande artsen die acupunctuur bedreven en daarvan positieve effecten zagen. In Engeland begint de arts J. Elliotson acupunctuur te praktiseren in het St. Thomason Hospital. (London 1824). En de beroemde internist Sir William Osler beschrijft in één van de eerste algemene leerboeken voor interne geneeskunde, ‘The principles and practice of medicine’ (gepubliceerd in 1892) de acupunctuur als mogelijkheid, om lage rugpijn en uitstralende pijn in de benen te behandelen, indicaties die ook nu nog gelden. Osler maakte melding van het feit dat acupunctuur bijzonder effectief is bij acute gevallen van lage rugpijn.
In China ontstonden echter ook tegenstanders van de acupunctuur. Zo heeft de Keizer Tao-Kuang in 1884 acupunctuur verboden in zijn paleis. De acupunctuur werd hierna alleen gebruikt door burgers. Vanaf het moment dat de Communistische Partij is opgericht in 1921 kon de traditionele Chinese geneeskunde weer een belangrijke rol gaan spelen binnen de Chinese gezondheidszorg. Tijdens de Lange Mars in 1934-1935 onder leiding van Mao Tse Tung heeft het bevrijdingsleger zich staande gehouden onder de meest barre omstandigheden met nagenoeg alleen acupunctuur als medische ondersteuning. Mao concludeerde dat deze oude geneeskunde een belangrijk aandeel verdiende in de gezondheidszorg. Mao wenste een integratie van het oosters en westers medisch denken hetgeen hij benadrukte op de Eerste Nationale Vergadering voor de Volksgezondheid in 1950: ‘Alle medische arbeiders, jong en oud, van de traditionele en westerse school, verenigt u en organiseert u in een hecht aaneengesloten front om te strijden voor de opbouw van het werk aan de volksgezondheid.’
In Europa in dezelfde periode kreeg de acupunctuur rond de jaren dertig van de vorige eeuw weer een impuls door de Franse consul van China, Soulié de Morant, die in China tot ‘Meester’ in de acupunctuur was opgeleid. Morant vertaalde enkele Chinese geneeskundeboeken om meer informatie te verschaffen over de acupunctuur en de traditionele Chinese geneeskunde. In de zestiger jaren van de vorige eeuw ontstond ook aan de universiteiten weer belangstelling voor de acupunctuur. De Franse arts Niboyet promoveerde bijvoorbeeld al in 1963 op een onderzoek naar de elektrische eigenschappen van de acupunctuurpunten en vond dat deze slechts eenvijfde van de normale huidweerstand hadden. Een andere Franse arts, Nogier, ontdekte rond het midden van de vorige eeuw dat pijnlijke delen van het lichaam zich projecteerden op het oor als voor druk gevoelige plekken. In 1958 publiceerde hij enkele topografische afbeeldingen van het oor met het daarop aangegeven de lokalisatie van organen en delen van het lichaam. Het gehele lichaam bleek volgens zijn inzichten geprojecteerd te zijn in het oor.
In de zeventiger jaren van de vorige eeuw heeft president Nixon China bezocht en verslag gedaan van zijn reis. De Amerikaanse gevestigde medische orde werd met name nieuwsgierig vanwege de sensationele berichten dat men kon opereren onder acupunctuuranesthesie. Vanaf toen ontstond er steeds meer serieuze belangstelling voor de acupunctuur. In de laatste 25 jaar zijn er bijvoorbeeld in Europa meer dan 10.000 operaties verricht onder deze vorm van anesthesie. In de afbeelding hiernaast, uit het begin van de introductie van de acupunctuuranesthesie in het westen, in de jaren 70 van de vorige eeuw, zien we electroacupunctuur op het Maag 36 punt beiderzijds.
In 1988 werd de endorfinehypothese gelanceerd om de werkzaamheid van de acupunctuur tijdens en na operaties te verklaren. Men vermoedde dat acupunctuur diverse endorfinen in het centrale zenuwstelsel vrijmaakt en zo de pijn vermindert of opheft. Sindsdien is het wetenschappelijk onderzoek naar acupunctuur sterk geïntensiveerd en zijn er veel acupuncturisten opgeleid.
Hoewel de Nederlanders pionierswerk hebben verricht op het gebied van acupunctuur, is de verspreiding van acupunctuur pas in de tweede helft van de twintigste eeuw op gang gekomen. In 1973 is de Nederlandse Artsen Acupunctuur Vereniging opgericht. Tot nu toe heeft Nederland nog geen eigen acupunctuurafdeling of acupunctuurconsulten in ziekenhuizen of instellingen.
Links
dia's wetenschap en acupunctuur
© ORES 2004